Ónze verhalen - "Weet ge nog van toen... ?"
>>> Klik op een rood onderlijnd artikel voor een belangrijk / interessant familie-verhaal ! <<<
Verhaal ? | Thema ? | Wanneer ? | Waar ? | Auteur ? |
Oorlogsverleden | mei-aug 1940 | Kozen - Limoux (FR) | Jos | |
de handel | 1952-1963 | Raamstraat 4 | Jos | |
spelen in... | 1952-1960 | Raamstraat 6 | Jos | |
verkleden | Mark | |||
schooltijd | juni 1954 | College, Hasselt | Miet | |
plonspartij | ter Hilst | Miet | ||
dieren | ter Hilst | Miet | ||
vehikel | ter Hilst | Mark | ||
vehikel | Ifach, Calp | Mark | ||
Alcira-reis | Alva's historie | 19-21/01/1967 | Alzira (ES) | Jos |
story... | a | Stevoort | Mark | |
Ziekte-verslag | 1980-1982 | Mama's Dagboekje | Mama Yvonne |
DE DWAALTOCHT in 1940...
Verhaal van Papa's oorlogsvlucht naar het Franse zuiden... tijdens WOII
Bij het doorlopen van de foto's die mama Yvonne na liet ontdekten we deze foto's van papa Albert tijdens WOII... op de een in badpak en op een ander in burgerpak... ergens waar er bergen zijn, veel groen en rust en vooral méér zomerse vrede en geluk !
Dat vroeg om uitleg... en leidde tot volgend WOII-verhaal !
De jaren '20 waren voor België jaren van politieke kalmte. Meermaals waren regeringen van nationale unie mogelijk, waarin de 3 traditionale partijen zetelden. In een gunstige economische conjunctuur zagen sociale verwezelijkingen het levenslicht: algemeen stemrecht (voor mannen), de 8-urige werkdag, betaalde vakanties.
In die eerste jaren na WO I geloofde men werkelijk dat de grootse aller oorlogen meteen ook de laatste geweest was !
Doch de crash van Wall Street in 1929 en de wereldwijde economische crisis die daarop volgde leidde een periode in van politieke instabiliteit en radicalisering.
In Duitsland was ene Adolf Hitler in 1933 aan de macht gekomen. Onder zijn naziregime vlogen de internationale vredesverdragen ná WO I, die het land vleugellam maakten, één voor één in de prullenmand. Hitler begon aan de praktische uitwerking van zijn megalomane droom van een door het Derde Rijk gedomineerd Europa. Daar hoorde natuurlijk een heropleving van het Duitse leger bij, tegen de afspraken van Versailles in.
In Duitsland was ene Adolf Hitler in 1933 aan de macht gekomen. Onder zijn naziregime vlogen de internationale vredesverdragen ná WO I, die het land vleugellam maakten, één voor één in de prullenmand. Hitler begon aan de praktische uitwerking van zijn megalomane droom van een door het Derde Rijk gedomineerd Europa. Daar hoorde natuurlijk een heropleving van het Duitse leger bij, tegen de afspraken van Versailles in.
Belgïe had geen zin om opnieuw in een conflict tussen de erfvijanden Duitsland en Frankrijk te worden meegesleurd. Het wilde neutraal zijn, net zoals in 1914, maar wou zich deze keer wel véél beter verdedigen vanaf de oostzijde,,, vanwaar het buskruit zou komen !
Het voorziene scenario was: een bewegingsoorlog in etappes, die de vijand bij een waterloop kon staande houden en... die lang kon duren.
Een 1ste verdedigingslijn (groen) werd gevormd door het Albertkanaal (aangelegd in 1933), waarvan de bruggen indien nodig konden worden opgeblazen, en het toen ultramoderne fort "Eben-Emael", dat het kanaal en de Maas verbond. .
Een 2de lijn (oranje) liep van Antwerpen naar Namen, via Koningshooikt en Waver, een stelling die, in afspraak met en mits beloofde steun van de Fransen en de Britten, de vijand moest tegenhouden. Als die linie het toch begaf vormden de Leie en de Schelde een 3de lijn (rood), dé laatste barrière...
Om die defensieve strategie een kans op slagen te geven was een massaleger nodig.
Door de algemene dienstplicht, sinds 1913 in voege, was dat ditmaal wel mogelijk. Het leger zou zich systematisch terugtrekken, zich niet in de pan laten hakken... maar moest vooral langer kunnen weerstand bieden.
Wat in '14-'18 aan 's lands oorlogsstrategie ontbrak was een rekruteringsreserve voor het Belgische leger !Dus kwan er in 1937 wetgeving tot stand die zo'n reserve in het leven riep: Elk jaar in oktober moest elke gemeente een lijst opstellen van hun jonge mannen die per 1 januari van hun 17de jaar automatisch zouden toetreden tot die reserve.
Maar een rekruteringsreserve had slechts zin als die jongens zich aan de juiste kant van het front bevonden, d.w.z. als zij niet in Duitse handen zouden vallen. Dat was dus de inhoud van de fase E van het Belgische mobilisatieplan !
Toen het Duitse leger op 10 mei 1940 ons land binnen stormde, was het Belgische mobilisatieplan bijna volledig uitgevoerd ! Immers, 600.000 Belgen stonden, sinds de Duitse inval in Polen in sepember 1939, in uniform klaar om de wapens op te nemen.
Met de fase E van de algemene mobilisatie werd gewacht tot op de dag van de vijandelijke inval. Het belangrijkse onderdeel ervan was het op de been brengen van de rekruteringsreserve: een gigantisch reservoir van 332.000 jongemannen, tussen de 16 en 35 jaar: jong, gezond en sterk. Ook de jonge ''afgezwaaiden" moesten méé !
Alle die jongeren moesten zich, bij bevel, onverwijld, op eigen middelen, met 'n deken en eten voor 48u, westwaards begeven naar hún rekruteringscentrum, zodat ze uit Duitse handen bleven, militaire training konden doorlopen en, eens krijgsklaar gemaakt, zonodig toegevoegd aan hel Belgische leger om in te vallen én mee te vechten...
Die militaire strijd tussen België en nazi-Duitsland staat bekend als de 18-daagse Veldtocht, van 10 tot 28 mei 1940 ! Het duurde nog geen 3 weken of heel het uitgekiende Belgische verdedigingsplan was voer voor historici...
Bij het ochtendgloren van 10 mei 1940 barstte WOII los.
Duitse valschermspringers die bijzonder goed getraind waren voor deze opdracht gebruikten zweefvliegtuigen.
Binnen enkele minuten stelden de paracommando’s, die konden landen op de 45ha weiland errond, het fort Eben-Emael, dat slecht beschermd was tegen dergelijke acties met holle ladingen, totaal buiten gevecht.
Andere luchtlandingseenheden veroverden de bruggen van Veldwezelt en Vroenhoven. De 7e Infanteriedivisie lanceerde enkele zwakke tegenaanvallen die door de Duitse Luftwaffe werden afgeslagen. Tussen 4:30u en 5:45u vlogen hun stuka's verrassingsraids uit op de vliegvelden Bierset, Brustem, Evere, Diest, Gosselies en Wevelgem waarbij het beste van onze eigen luchtmacht vernield werd.
Hasselt en Sint-Truiden kregen hun eerste bomladingen nog vóór de middag te verduren !
Al op de 1ste oorlogsdag vielen dus al 2 bruggen over het Albertkanaal ongeschonden in Duitse handen en door een verrassingsaanval met zweefvliegtuigen en parachutisten werd ook het onneembaar geachte fort van Eben-Emael in enkele uren tijd veroverd. De Belgische hoop dat water, beton en artillerievuur de Duitsers zouden tegenhouden was op 11 mei 1940 al vervlogen. De Duitse aanvallers trokken in 1940 met militair-technische nieuwigheden ten strijde. Beproefde recepten van weleer vermochten niets tegen parachutisten en explosieven met holle lading. die met gemak de geschutkoepels van bunkers door-boorden. In een goede 24uur had de stelling van het Albertkanaal, de 1ste verdedigingslinie, haar verdedigend nut verloren.
Dus... besloot het Belgische opperbevel op 12 mei reeds zich terug te trekken aan de KW-lijn. Maar ook dat bleek al snel vruchteloos. Door een verrassende Duitse doorbraak in de Ardennen werd die lijn zelfs niet tot het uiterste verdedigd. Op 16 mei beval de legerleiding de wijk te nemen naar de 3de linie, achter het kanaal Gent-Terneuzen en de Schelde.
Intussen verkeerde het land in complete chaos. De straten vulden zich met militairen, maar vooral met paniekerige vluchtelingen. De militaire situatie ging van kwaad naar erger. Nederland capituleerde al op 15 mei. Ook het lot van België leek bezegeld... Doordat de Belgische linies één voor één vielen door die Duitse Blitzkrieg, verliep ook het op pad sturen van de reserverekruten in etappes, gedicteerd door de snelheid waarmee de Duitse legerdivisies onze linies doorboorden.
Dus... besloot het Belgische opperbevel op 12 mei reeds zich terug te trekken aan de KW-lijn. Maar ook dat bleek al snel vruchteloos. Door een verrassende Duitse doorbraak in de Ardennen werd die lijn zelfs niet tot het uiterste verdedigd. Op 16 mei beval de legerleiding de wijk te nemen naar de 3de linie, achter het kanaal Gent-Terneuzen en de Schelde.
Intussen verkeerde het land in complete chaos. De straten vulden zich met militairen, maar vooral met paniekerige vluchtelingen. De militaire situatie ging van kwaad naar erger. Nederland capituleerde al op 15 mei. Ook het lot van België leek bezegeld... Doordat de Belgische linies één voor één vielen door die Duitse Blitzkrieg, verliep ook het op pad sturen van de reserverekruten in etappes, gedicteerd door de snelheid waarmee de Duitse legerdivisies onze linies doorboorden.
Op 10 mei nog kregen alle rekruten ten noorden van het Albert-kanaal en ten oosten van de Maas bevel om te vertrekken: politie, rijkswacht en veldwachters gingen van deur tot deur om de jongens persoonlijk aan te manen hun biezen te pakken.
De Limburgers moesten naar Eeklo en Ertvelden, de jongens uit Haspengouw en het Luikse werden naar plaatsen in Henegouwen.
Tegen 14 mei hadden alle Belgische gemeenten het marsbevel uitgehangen... ook de kranten en de radio verspreidden die oproep. Alle mannen tussen 16 en 35 moesten zich 'onverwijld' en 'langs de kortste weg' naar een verzamelplaats van de militaire overheid begeven, voorzien van een deken, wat kleding en mondvoorraad voor 48 uur !
Tussen de terugtrekkende Belgische soldaten en de naaar het front snellende (?) Franse en Britse legereenheden vormde zich een massaal kluwen van adolescenten die maar één opdracht hadden: uit Duitse handen blijven !
Wie waren die rekruten precies ?
Alle jongemannen, tussen 16 en 20, die nog niet gemobilseerd, maar wel weerbaar waren. Daarnaast ook mannen die oud genoeg waren voor de dienstplicht maar van het kazerneleven waren gespaard gebleven: vrijgestelden wegens zorg voor ouders of boerderij/bedrijf, studenten met uitstel, licht-fysiek afgekeuren, ex-soldaten en officieren op verlof, of thuis 'met permissie'.
Het was vooral in de Ardennen dat het Belgisch oorlogsdrama zich voltrok, want daar lag met 6 pantserdivisies het zwaartepunt van de Duitse aanval. Om hen tegen te houden was er weinig of niets… Zoals haar bevelen luidden, trok de “Groepering K” zich vlug terug op de Maas zonder het minste overleg met enkele Franse eenheden die ter hulp snelden. Doch ondanks de versterking van het Franse en van het Britse landleger, trokken de Duitsers steeds maar dieper België binnen. Een stroom van vluchtende burgers doolde rond op de Oost- en Westvlaamse wegen.
De Ardense jagers weerden zich op 25 mei 1940 nog erg dapper in de slag te Vinkt. Belgische krijgsgevangenen van het 11de Linieregiment werden door de Duitsers als een levend schild gebruikt. 9 gevangenen werden gedood waaronder de Limburgers uit St.-Truiden, Diepenbeek, Kuringen en Elen. Diezelfde dag had Leopold III in Wijnendale, Torhout een laatste onderhoud met de Belgische regering. Hij weigerde de regering te volgen naar Frankrijk.
Op 27 mei 1940 nam de koning het initiatief voor onderhandelingen olv. generaal Deroussaux. De Engelsen en de Fransen werden omtrent deze onderhandelingen tijdig op de hoogte gebracht. Intussen konden 200.000 Britse en 150.000 Franse militairen in Duinkerken inschepen voor Engeland.
Op 28 mei 1940 om 4 uur ‘s morgens was de capitulatie een feit !
De reactie van de Franse premier Reynaud en de Belgische 1ste minister Pierlot waren vernietigend voor koning Leopold III én het Belgische volk. Het Franse leger probeerde wel de oorlogsstrijd voort te zetten, maar capituleerde tenslotte ook op 22 juni 1940. Het Belgisch reserveleger, dat 150.000 manschappen telde en zich in Frankrijk bevond, werd daarop ontbonden en keerde huiswaarts... na heel wat plagerijen en verwijten vanwege de Franse bevolking.
(uit: Markante feiten in Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mathieu Rutten - pdf)
Over de "jongens op de vlucht..." lezen we in een blog op het internet nog het volgende:
Vertrek
‘Alle weerbare mannen tussen 16 en 35 jaar, die hun militieverplichtingen nog niet vervuld hebben, moeten zich zo snel mogelijk aanmelden in een rekruteringscentrum. Ze worden geacht een deken mee te nemen en een mondvoorraad voor 48 uur.’ Zo ongeveer luidde het bevel, verspreid via radio, aanplakbrief en de Rijkswacht, dat vanaf 10 mei de jongens op pad stuurde.
De oproep was ingegeven door de ervaringen van het Belgische leger tijdens de Eerste Wereldoorlog. Toen was het tekort aan rekruten steeds nijpend geweest, terwijl de aanvoer van jonge krachten voor loopgraven essentieel was voor het voortbestaan van de Belgische krijgsmacht.
In eerste instantie was het de bedoeling om na de Duitse inval op 10 mei 1940 te verzamelen in door het leger aangeduide centra. De inwoners van de meest oostelijke provincies vertrokken eerst. Hun eerste verzamelplaatsen (Centres de Recueil de la Réserve de Recrutement) waren in het Oost-Vlaamse Eeklo en Ertvelde en in Henegouwse dorpjes Binche, Bernissart, Erquelinnes, Quiévrain… Door de snelle Duitse opmars besloot de Belgische legerleiding om vanaf 12 mei de jongens te laten verzamelen in Kortrijk, Roeselare, Ieper en Poperinge. Van daaruit zouden ze twee dagen later via spoor of met eigen middelen Frankrijk intrekken.
Noord-FrankrijkDe jongens van de werfreserve kwamen terecht in de hel van Noord-Frankrijk. De nieuwe bestemming was Rouen, maar duizenden jongens dwaalden per fiets of te voet langs de zwaar onder vuur genomen steden. Anderen moesten urenlange treinritten in beestenwagons doorstaan. In onder andere Saint-Omer, Calais, Duinkerke, Boulogne-sur-Mer en Abbeville kwamen ze terecht in Duitse bombardementen. Tussen 300 en 400 jongens overleefden het niet.
Voor ongeveer de helft eindigde het avontuur aan de grens of in Noord-Frankrijk. Zij waren genoodzaakt om op de komst van de eerste Duitse soldaten te wachten. Ze werden slachtoffers van de bekende omsingeling van Duinkerke. Een klein deel van de reserverekruten kon met het geallieerde leger ontsnappen uit de omsingeling en kwam in Engeland terecht.
Zij die wel konden ontsnappen aan de omsingeling, kwamen in Normandië terecht. De meesten verzamelden in Rouen. Van hieruit vertrokken tientallen treinen zuidwaarts.
Zuid-FrankrijkHet gros van de jongens bereikte met de trein Toulouse, waar ze enkele dagen tot meerdere weken verbleven. Van daaruit werden meer dan 100.000 jongens over Zuid-Frankrijk verdeeld in kampen. Er werden drie rekruteringscentra gecreëerd. De algemene hoofdplaats was Toulouse en stond onder het bevel van generaal De Selliers de Moranville. Het 17de CRAB besloeg de departementen Garonne, Gers en Ariège en werd geleid door generaal-majoor Emile-Joseph Demart in Toulouse. Het 16de CRAB viel samen met het departement Hérault, waar kolonel André de Meeûs in Béziers het commando op zich nam. Het 15de CRAB lag in de Gard, met Nîmes als hoofdplaats en kolonel baron Gaston Edouard Sabin de Trannoy als bevelhebber.
Voor de jongens begon het leven in de aangewezen cantonnements. De meesten kwamen eind mei in kleine groepjes in dorpjes terecht. Het leven in Zuid-Frankrijk hing sterk af van de plaats waar ze belandden. Sommigen kwamen terecht in een van de vele leegstaande kastelen en genoten van de geneugten van le Midi. Anderen werden naar legerkampen gestuurd, zoals het beruchte kamp van Agde (16de CRAB).
De meeste CRAB’s kregen nooit een opleiding tot soldaat en doorstonden wekenlang de verveling, de hitte en de heimwee naar huis. Met de Belgische capitulatie van 28 mei werd het leven moeilijker. De Franse bevolking keerde zich tegen de Belgische jongens, die met de overgave van België geen soldaat meer zouden worden. De Franse capitulatie eind juni deed de vijandige Franse houding wat afzwakken.
Een zevenhonderdtal CRAB’s, slechts een miniem deel van hen, bereikte meestal per toeval Engeland. Vele van hen dienden later het Belgische leger in ballingschap en namen deel aan het bevrijdingsoffensief in 1944.
RepatriëringDe repatriëring begon op 30 juli 1940. In minder dan een maand werden de meer dan 100.000 CRAB’s met speciaal ingelegde treinen terug naar België gebracht. De laatste trein vertrok officieel op 20 augustus naar Brussel.
Voor ongeveer de helft eindigde het avontuur aan de grens of in Noord-Frankrijk. Zij waren genoodzaakt om op de komst van de eerste Duitse soldaten te wachten. Ze werden slachtoffers van de bekende omsingeling van Duinkerke. Een klein deel van de reserverekruten kon met het geallieerde leger ontsnappen uit de omsingeling en kwam in Engeland terecht.
Zij die wel konden ontsnappen aan de omsingeling, kwamen in Normandië terecht. De meesten verzamelden in Rouen. Van hieruit vertrokken tientallen treinen zuidwaarts.
Zuid-FrankrijkHet gros van de jongens bereikte met de trein Toulouse, waar ze enkele dagen tot meerdere weken verbleven. Van daaruit werden meer dan 100.000 jongens over Zuid-Frankrijk verdeeld in kampen. Er werden drie rekruteringscentra gecreëerd. De algemene hoofdplaats was Toulouse en stond onder het bevel van generaal De Selliers de Moranville. Het 17de CRAB besloeg de departementen Garonne, Gers en Ariège en werd geleid door generaal-majoor Emile-Joseph Demart in Toulouse. Het 16de CRAB viel samen met het departement Hérault, waar kolonel André de Meeûs in Béziers het commando op zich nam. Het 15de CRAB lag in de Gard, met Nîmes als hoofdplaats en kolonel baron Gaston Edouard Sabin de Trannoy als bevelhebber.
Voor de jongens begon het leven in de aangewezen cantonnements. De meesten kwamen eind mei in kleine groepjes in dorpjes terecht. Het leven in Zuid-Frankrijk hing sterk af van de plaats waar ze belandden. Sommigen kwamen terecht in een van de vele leegstaande kastelen en genoten van de geneugten van le Midi. Anderen werden naar legerkampen gestuurd, zoals het beruchte kamp van Agde (16de CRAB).
De meeste CRAB’s kregen nooit een opleiding tot soldaat en doorstonden wekenlang de verveling, de hitte en de heimwee naar huis. Met de Belgische capitulatie van 28 mei werd het leven moeilijker. De Franse bevolking keerde zich tegen de Belgische jongens, die met de overgave van België geen soldaat meer zouden worden. De Franse capitulatie eind juni deed de vijandige Franse houding wat afzwakken.
Een zevenhonderdtal CRAB’s, slechts een miniem deel van hen, bereikte meestal per toeval Engeland. Vele van hen dienden later het Belgische leger in ballingschap en namen deel aan het bevrijdingsoffensief in 1944.
RepatriëringDe repatriëring begon op 30 juli 1940. In minder dan een maand werden de meer dan 100.000 CRAB’s met speciaal ingelegde treinen terug naar België gebracht. De laatste trein vertrok officieel op 20 augustus naar Brussel.
De brief van Imelda aan haar broer 'Berke'...
In mama Yvonne's reisverslag van onze Lourdes-reis in juli 1959 lezen wij dat papa Albert destijds als oorlogsvluchteling verbleef in het Zuidfranse LIMOUX... onder Carcasonne, op meer dan 1100 km ver weg van Kozen !
In dat reisverslag schreef ze:
Op bezoek in LIMOUX, juli 1959
Foto van de hoeve in 1959
Op 8 augustus 1940, dus 72 dagen ná de Capitulatie van België, schreef Imelda, zijn één jaar oudere zus een brief naar haar broer Albert. "Berke", zo noemde ze hem, verbleef immers nog steeds als oorlogsvluchteling in Limoux... terwijl ondertussen al zijn broers wel reeds waren thuis geraakt ! Alleen hij bleef ergens in zuiden van Frankrijk achter....
<<< Klik op de afbeelding hiernaast om Imelda's brief te lezen. <<<
De RAAMSTRAAT... 1950-1968
Het ALVA-magazijn - Raamstraat 6.
Hier komt (met een tekening/schets ervan) beschrijving van en uitleg over gebruik van
1. het magazijn: ca. 25 x 40 á 50m = 1000m2
- zijkant rechts: (4mB x 30mD- hoger gelegen)
- 't huske, buroke, traphal,
- stockage leeggoed
- lift naar de kelder
- de kelder
- opvang van mazoutrook (draaiende camions)
- stockage leeggoed
- patattenzakjesvullerij)
- midden zone:
- strook (4mB) voor in- & uitrijden max 2.lange vrachtwagens achter elkaar
- strook (30cm hoger - 4mB)
- voorzone voor laadplaats camionetten en karren
- middenzone voor aan-en afvoer, lossen, gereedzetten, laden
- achteraan: stockage voor leeggoed
- reeks pilaren (ondersteuning zolder over gehelelengte en breedte)
- aan 2 pilaar: houten verkoopstandje
- zijkant links (8mB x 30mD)
- vooraan 3 burelen: kas - boekhouding - eetzaaltje
- goederen-zone voor opstelling groenten en fruit, conserven, vis, patatten,
- verpakking-, sorteer- en snijtafels (4mB x 5mD)
- achteraan 2 bananrijpkamers (4mB x 5mD)
2. woonverdiep: (20mB x 4mD ?)
- "de goei kamer" met salonzetels, dineertafel en piano (in nevenbouw boven de voat)
(trapjes op en af)
- WC (1x3) en badkamer (3x3)
- keuken en eetkamer (4x4) ?
- 3 slaapkamers (4x4)
- achter de trap (voorzijde rechts op de zolder)
- 't Kot (voorraadplaats)
- schoenenrekken
- Pa's fotokamertje
- op de zolder:
- rekken met (oorlogsvoorraad)
- speelruimte (pedaalatootje, zeep,
- afgesloten stuk (voor leeggoed, andere 'geheime' spullen ? carnaval ?)
vanaf zomer 1952Raamstraat, Hasselt
Onze mooiste speelplaats ooit: "de voat"!
Tijdens de zomers ná de verhuis (lente 1952) van de Zuivelmarkt naar Raamstraat 4 werd ons speel-paradijs "de voat", naast het magazijn.
Het was in feite een straatje dat vroeger wellicht van de Raamstraat naar de achter-liggende Demerstraat doorliep.
Aan de straatkant hing een zware ijzeren poort, onder een nevenbouw die de 'goei kamer met de piano' bevatte. Aan de achterkant stopte onze voat, na zo'n 30m, voorbij een brede luifel, aan een garage waarin de autentieke circuit-wedstrijdauto van Jean Hayen stond. Maar daar stonk het ook naar kattep.. en dies meer !
Jarenlang hebben eerst Jos, Agnes, Hugo, Willy en, daarna ook André, Luk, Marc, Miet en zelfs Jo zich op hun eigenste speelsplaats kunnen uitleven met fietskes, trontinetten, pedalo-jeep, step, zandschupjes en -emmers, houten fruitkratten... maar geen voet- of andere balspelen, tenzij 't slaan tegen zo'n strandbal aan 'n elastiek, gelijk aan de zee !
Naast ons woonde immers, zei men, een kwaaie man: drukker Vrijens.
Eens is Jos zelfs omhoog geklommen langs de schuine regenpijp tegen de tussenmuur om steentjes te werpen naar de grote ramen van de drukkerij van die 'boosdoener'...
Sindsdien waren én de vrede én de verstandhouding, maar ook ons "spelleke" snel uit.
Ma én Pa waren héél kwaad... Dus, de mattenklopper-straf ?
EIgenlijk hebben wij, de kinderen, nooit veel contact gehad met buren in de Raamstraat.
Rechts van ons baatte Maldoy zijn batterijen-bedrijf uit en links lag het reserve magazijn van Bertels Fruit.
De Vrijensen, schuin rechtsachter ons, hadden één zoon en in het huis daarachter, dat ook uitzag op de voat, leefde af en toe, achter twee vensters op het eerste verdiep, enkel de fotograaf Steegen. Dat was al...
Aan de overkant van ons magazijn huisden, in een vroegere rijkswachtkazerne, wel nog strengere mannen...vaak "zwaantjes" ! Die kwamen echter vóór en/of na hun uren graag wat bijverdienen in het magazijn. Zelfs konden die af en toe wat "fiksen" als een van pa's chauffeurs over de schreef was gegaan...
Zo heeft nonk Mil het ooit aan de stok gehad met een rijkswachter uit Brussel toen ie naast de autostrade zijn bookes zat op te eten. Dankzij een overbuur werd het hem ten slotte vergeven omwille van: een onweerstaanbare zeer dringende (platte) sanitaire stop... Merci !
WIe we wel veel zagen was de familie BARTOK en meneer PLIT en zijn vrouw,,,
Daarover verder méér !
(Jos, 15/12/2021)
pater & non
zomer 1954Raamstraat, Hasselt
Toch brave kinderen hoor !
In de Raamstraat...
Wie vertelt ?
Jos of Agnes ?
KSA, vlaamse kermis
zomer 1954College, Hasselt
De Vlaamse Kermis van de KSA
in het St.-Jozefscollege, Hasselt.
De KSA (Katholieke Studenten Actie) organiseerde jaarlijks in het college een Vlaamse Kermis waarop alle ouders telkenjare van harte waren uitgenodig... want zij brachten de nodige centjes in de kassa-lade om de jaarwerking te financieren.
Deze foto is waarschijnlijk genomen bij het jaarlijkse schoolfeest.. in Jos'2de studiejaar. Hij draagt hetzelfde costuumpje als op zijn 1ste comminie een jaartje eerder.
Lukske is er ook al bij... hij werd geboren op 9 januari van dat jaar !
(Miet/Jos 30/12/2021)
19590704-005
19590704-006
zomer 1959Mama Yvonnein de Gironde (FR) Mark
Mama Yvonne en haar rijbewijs...
Mama aan het stuur van papa's voiture !!! Is dat geen uitzonderlijke foto ?
Heeft echt iemand mama Yvonne weten of zien autorijden ?
Dat mama Yvonne ook met de auto kon rijden was niet door iedereen geweten. Ze liet zich liever rijden. Zeker met het ouder worden zal ze haar stuurkunsten wel wat verleerd zijn en zich minder en minder zeker gevoeld hebben op de weg. Ze had immers geen echte rijopleiding genoten.
En of het zeker zij is... Natuurlijk ! Kijk maar naar het kleed dat ze aanheeft en het kleed dat zij droeg op een andere foto van die reis !
Het verhaal gaat als volgt...
Vlak na de oorlog mocht (of moest) Yvonne ook al eens een vrachtje ‘slem’ of zo met ‘ne camion’ vervoeren. Daar was een rijbewijs voor nodig en dus ...werd er een rijbewijs afgehaald op het stadhuis. Zo ging dat tijdens bij de ‘weder-opbouw’. na WO II !
Toen de ambtenaar haar vroeg welk rijbewijs ze wilde hoorde ze dat het rijbewijs voor autobus het hoogst mogelijke was en dat het alle categorieên omvatte .
“Geef me er dan zo maar een” zou ze gezegd hebben ... waardoor ze vanaf dan met een rijbewijs voor autobus in haar handtas over meer dan de nodige papieren beschikte!
Hier zien we haar dus in 1959 aan het stuur van de Mercedes 180 D.
Dat kunnen we zien aan de verchroomde ring op het stuurwiel. Daarmee werden ook de richtingaanwijzers en de toeter bediend. Alsook aan het dash-board met het typische rechthoekige uurwerkje en de radio.
Het ventilatieraampje links staat helemaal open dus het zal daar toen wel meer dan warm genoeg geweest zijn in het zuiden van Frankrijk tijdens die reis naar Lourdes.
Wie nam de foto (met de Leica?) van op de achterbank in die overvolle 180D ?
Het VakantiePatronaat 1938-2020
De lokalen aan de Borggravevijverstraat roepen bij heel wat Hasselaren mooie herinneringen op aan hun vroegere schoolvakanties toen heel veel onder hen op het ‘vakantiepatronaat’ hun zomerse vrije tijd kwamen doorbrengen.
Meer dan zeventig jaar was het vakantiepatronaat in de Borggravevijversstraat een waarborg voor gezonde ontspanning en speelplein-werking voor de Hasseltse jeugd. Het patronaat ontstond uit een noodzaak tot de opvang van ronddolende stadskinderen tijdens de vakantieperioden.
De toenmalige kapelaan van de Grote Kerk te Hasselt, Michel Hermans, zag het probleem al in 1933. Daarom bouwde hij voor de kinderen uit de stad deze formule van jeugdwerking uit. Zonder op enige financiële steun te kunnen terugvallen zette hij voor de jongens een speelplein-werking op poten aan de Vossenberg en enkele jaren later een voor de meisjes op de Heksenberg. Lokalen of andere elementaire accom-modatie waren er niet. De organisatoren konden alleen maar terugvallen op veel goede wil en een onblusbare inzet.
In 1938 werd het domein aan de Borggravevijversstraat te koop gesteld. De deken van de hoofdkerk kon overtuigd worden de grond aan te kopen met parochiale fondsen. Het terrein werd herdoopt tot Sint-Michielsdomein naar de voornaam van kapelaan Hermans. Later werden er enkele lokalen in hout opgetrokken. De oorlogsperiode was een gouden tijd voor het vakantiepatronaat. De aanwezigheid van de Duitse bezetter was niet bepaald de ideale sfeer voor de straatrakkers uit de binnenstad. In het Sint-Michielsdomein konden zij zich uitleven volgens het opvoedingspatroon waarmee Don Bosco de Italiaanse jongeren van de straat had gehouden. Tijdens de oorlogsjaren kregen de kinderen er gratis soepbedeling via Winterhulp als een welkome aanvulling voor het pak stevige boterhammen dat ze van huis meekregen. Meer dan 900 kinderen vonden toen iedere dag de weg naar het speelplein. 's Morgens bliezen zij verzameling in de Grote Kerk om er de mis bij te wonen. Van daaruit trokken zij in stoet naar de Kempische poort waar ze door een speciale tram met versterkte tractie naar de Heidestraat gevoerd werden. De kinderen werden er een hele dag opgevangen door opgroeiende volwassenen, die weliswaar zonder enige opleiding genoten te hebben, gedreven werden door hun enthousiasme en door de stem van hun hart.
Kapelaan Ketelslegers volgde Michel Hermans op toen deze tot pastoor in Kiewit werd aangesteld. Ketelslegers legde de grondslag voor de oprichting van een diocesane kaderschool waar voortaan alle leiders van de speeltuinen hun vorming zouden krijgen. Een andere verdienste van de nieuwe proost was dat hij het domein openstelde voor het grote publiek. De opening van een snoepwinkeltje en het verbruikersterras brachten de nodige fondsen in kas voor de verdere uitbouw van andere activiteiten. Ketelslegers richtte ook jaarlijks een Vlaamse kermis in op het domein, het traditionele hoogtepunt van een kalenderjaar.
Vanaf 1959 kreeg kapelaan G. Robben de verantwoordelijkheid over het vakantiepatronaat toegeschoven. Hij was de bouwheer van het cafetaria en van de woning van de huisbewaarder.
In 1970 drong een uitbreiding van de lokalen zich op voor de meisjesafdeling. Het prijskaartje viel onverwacht uit naar de zware kant: de nieuwe infrastructuur werd slechts zeven weken per jaar gebruikt. Daarom werd gekozen voor een permanent verblijf voor jeugdtoerisme met overnachtingsmogelijkheden, de toekomstige "Borggraaf". In 1999 werd het gebouw aangekocht en in gebruik genomen door de vzw Tevona. Het bood sindsdien tot 2020 huisvesting aan een aantal socio- en culturele activiteiten.
De toenmalige kapelaan van de Grote Kerk te Hasselt, Michel Hermans, zag het probleem al in 1933. Daarom bouwde hij voor de kinderen uit de stad deze formule van jeugdwerking uit. Zonder op enige financiële steun te kunnen terugvallen zette hij voor de jongens een speelplein-werking op poten aan de Vossenberg en enkele jaren later een voor de meisjes op de Heksenberg. Lokalen of andere elementaire accom-modatie waren er niet. De organisatoren konden alleen maar terugvallen op veel goede wil en een onblusbare inzet.
In 1938 werd het domein aan de Borggravevijversstraat te koop gesteld. De deken van de hoofdkerk kon overtuigd worden de grond aan te kopen met parochiale fondsen. Het terrein werd herdoopt tot Sint-Michielsdomein naar de voornaam van kapelaan Hermans. Later werden er enkele lokalen in hout opgetrokken. De oorlogsperiode was een gouden tijd voor het vakantiepatronaat. De aanwezigheid van de Duitse bezetter was niet bepaald de ideale sfeer voor de straatrakkers uit de binnenstad. In het Sint-Michielsdomein konden zij zich uitleven volgens het opvoedingspatroon waarmee Don Bosco de Italiaanse jongeren van de straat had gehouden. Tijdens de oorlogsjaren kregen de kinderen er gratis soepbedeling via Winterhulp als een welkome aanvulling voor het pak stevige boterhammen dat ze van huis meekregen. Meer dan 900 kinderen vonden toen iedere dag de weg naar het speelplein. 's Morgens bliezen zij verzameling in de Grote Kerk om er de mis bij te wonen. Van daaruit trokken zij in stoet naar de Kempische poort waar ze door een speciale tram met versterkte tractie naar de Heidestraat gevoerd werden. De kinderen werden er een hele dag opgevangen door opgroeiende volwassenen, die weliswaar zonder enige opleiding genoten te hebben, gedreven werden door hun enthousiasme en door de stem van hun hart.
Kapelaan Ketelslegers volgde Michel Hermans op toen deze tot pastoor in Kiewit werd aangesteld. Ketelslegers legde de grondslag voor de oprichting van een diocesane kaderschool waar voortaan alle leiders van de speeltuinen hun vorming zouden krijgen. Een andere verdienste van de nieuwe proost was dat hij het domein openstelde voor het grote publiek. De opening van een snoepwinkeltje en het verbruikersterras brachten de nodige fondsen in kas voor de verdere uitbouw van andere activiteiten. Ketelslegers richtte ook jaarlijks een Vlaamse kermis in op het domein, het traditionele hoogtepunt van een kalenderjaar.
Vanaf 1959 kreeg kapelaan G. Robben de verantwoordelijkheid over het vakantiepatronaat toegeschoven. Hij was de bouwheer van het cafetaria en van de woning van de huisbewaarder.
In 1970 drong een uitbreiding van de lokalen zich op voor de meisjesafdeling. Het prijskaartje viel onverwacht uit naar de zware kant: de nieuwe infrastructuur werd slechts zeven weken per jaar gebruikt. Daarom werd gekozen voor een permanent verblijf voor jeugdtoerisme met overnachtingsmogelijkheden, de toekomstige "Borggraaf". In 1999 werd het gebouw aangekocht en in gebruik genomen door de vzw Tevona. Het bood sindsdien tot 2020 huisvesting aan een aantal socio- en culturele activiteiten.
In de zomer van 1962 was Ria, die in 1969 huwde met Jos, monitrice in het VP.
Op de foto's zie je haar met een groepjes bengels onder haar leidiing. Het noord-afrikaans jongetje naast haar is Amid, uit een Parijs gezin, die in een uitwisselingsprogragramma ism de Hummeltjes, bij ons in villa Ter Hilst verbleef.
Bericht uit Het Laatste Nieuws, 22/09/2020.
plonsen !
zomer 1972 (?)
Miet, Lief & Karin
Ter Hilst
Mark, Miet, Agnes
oma snoeit
Wat een zwembassin... de sprong is alleszins wél olympisch !!!
In ""Ter Hilst
MARK:
Het vijverke was oorspronkelijk bedoeld als water reservoir om een gedeelte van het regenwater van de leeggoedloods op te vangen en te gebruiken voor de neerhofdieren die er wel bijna altijd geweest zijn. Die leeggoedloods werd in 1962 gebouwd … maar dat is een ander verhaal.
Er was een trap in die bakstenen kuip (van 3 x 3m) gemaakt zodat men makkelijk in en uit kon met schup, schrobborstel en aftrekker. De eerste trede is rechtsboven op de foto zichtbaar. In het begin waren de zijwanden gewoon gecementeerd en dus niet geschilderd. Dat hoefde ook niet voor de eenden en ganzen want als er ‘vers’ water in gedaan werd dan was dat na enkele dagen al niet meer zo heel doorzichtig.
Op tijd en stond moest dat stilstaande water dan ook wel eens vervangen worden, als ook de stinkende brij die zich op de bodem verzameld had. Daartoe was er een gemetste put naast het vijverke. Die zie je hier rechtsonder met een metalen ring als handgreep. Langs de bodem van die put passeerde een ‘gresbuis’ met een diameter van wel 30cm. Langs die weg passeerde al het afvalwater van ALVA want er was toen nog geen riolering in de straat. Als men dan, al liggend, een kraan open draaide dan spoot het water met veel druk en debiet in die put en stroomde zo naar de waanbeek die 100m verder liep.
Op een keer sukkelde er een gans in die put terwijl het water weg liep!
Papa en ik zagen het gebeuren en snelden toe. Maar in een mum van tijd was de gans onder water… en werd door het kolkende water mee de buis in gesleurd. Daar stonden wij: verstomd en verslagen. Hoe gingen we dat uitleggen ! En och arme voor die gans, wat triestig.
Maar... toen papa Albert enkele uren later de straat op reed, richting Herk zag hij, langs de kant van de weg, een identieke gans richting villa ‘Ter Hilst’ waggelen. Ze was niet erg proper en waggelde toch meer dan normaal. De pluimpjes op haar kop ontbraken. Die waren denkelijk, tijdens haar rit in de ‘waterbaan’ gesneuveld.
Vanaf dan werd de deksel van de put altijd mooi terug dicht gelegd van zodra de kraan open was gezet.
Begin 1973 verhuisden de diertjes en werd het vijverke niet meer door hun gebruikt of bevuild. Het ideale moment om de zijwanden te schrobben en er een mooi laagje lichtblauwe en waterbestendige verf op te zetten zodat de kinders vanaf dan naar hartelust konden plonzen in dat badje.
Het was de voorbode van een nog groter bad dat zou gaan komen … maar ook dat is een ander verhaal!
MIET:
Schitterend Mark! Ook die foto van mama, aan het snoeien!
Dit brengt zoveel leuke herinneringen terug boven! Dat "boske" was toch wel onze speeltuin in de zomer!
AGNES:
Prachtig Mark !!!!!
19730720-026
juli 1973Miet en Patske
het boske -a/d leeggoedloods.
Mark
Aapje "Patske" op een rustig moment !
Apen apen apen na! Maar zo bont als Patske het kon maken, dat lukte mij niet.
Wie weet nog hoe dit aapje bij ons terecht kwam ?
1973
Image caption
Image caption
19780410-015
+/- augustus 1973Jo, Lief, Miet, André, ?“Ter Hilst”
Mark
Opzetten van voortent van de Constructam caravan...
De Constructam caravan, die nieuw gekocht werd in 1966, was een groot model. Er moesten immers veel kinderen in passen. De voortent was een handige optie want daarmee kon de nuttige oppervlakte verdubbeld worden. Niet onbelangrijk als het regende op de camping te Aarschot.Daar, niet zo heel ver van Hasselt, werd immers geoefend in het caravan-camperen.
Op het gazon aan de rij populieren die achter de villa “Ter Hilst” stonden.Onze ouders hielden wel van ‘basic-vacations’ want in 195? trotterden ze zelfs per tent en een resem bengels naar Lourdes. Wie doet hen dat nu nog na?Die caravan was een hele verbetering en die sleurhut is dus ook in Lourdes geweest.Had papa toen al ambitie om daarmee naar Spanje te reizen ? Denkelijk wel want in 1978 zien we diezelfde Constructam op camping ‘Ifach’. Klik maar eens op foto : 19780410 013 of 197804 15
De caravan staat op de foto op het gazon aan de rij populieren die achter de villa “Ter Hilst” stonden.
19780410-015
+/- augustus 1973Jo, Lief, Miet, André, ?“Ter Hilst”
Mark
Opzetten van voortent van de Constructam caravan...
De Constructam caravan, die nieuw gekocht werd in 1966, was een groot model. Er moesten immers veel kinderen in passen. De voortent was een handige optie want daarmee kon de nuttige oppervlakte verdubbeld worden. Niet onbelangrijk als het regende op de camping te Aarschot.Daar, niet zo heel ver van Hasselt, werd immers geoefend in het caravan-camperen.
Op het gazon aan de rij populieren die achter de villa “Ter Hilst” stonden.Onze ouders hielden wel van ‘basic-vacations’ want in 195? trotterden ze zelfs per tent en een resem bengels naar Lourdes. Wie doet hen dat nu nog na?Die caravan was een hele verbetering en die sleurhut is dus ook in Lourdes geweest.Had papa toen al ambitie om daarmee naar Spanje te reizen ? Denkelijk wel want in 1978 zien we diezelfde Constructam op camping ‘Ifach’. Klik maar eens op foto : 19780410 013 of 197804 15
De caravan staat op de foto op het gazon aan de rij populieren die achter de villa “Ter Hilst” stonden.
19780410-015
mei 1978AYAMJKCamping IFACH, Calpe
Mark
Spaanse "siesta" in camping IFACH, Calpe
Zalig niets doen mocht ook wel af en toe. Want dit was eigenlijk een ‘werkvakantie’. Er moest immers gezocht worden naar immo. Wie zoekt die vindt en zodoende schaften zij zich daar, na de nodige prospecties, een appartementje en een villaake aan!
Voramar en Ortembach zijn sindsdien bekende namen.De caravan had al wat geleden want de achterste steunpootjes waren al gesneuveld.
Vader Albert lostte dat slim op door twee autokrikjes te gebruiken.
Vakantie dient om te rusten en te genieten. Dus zelf kokkerellen op de camping hoorde daar duidelijk niet bij. Wie weet nog wat er in die papieren zat ? Friet of Pollo !
Wie kan deze reis nog eens vertellen voor de thuisblijvers ?
Wie kan deze reis nog eens vertellen voor de thuisblijvers ?