Stamgeschiedenis -> BRIERS
Volgens Willy's opzoekingen waren dit de voorouders van mama Yvonne Briers:
(bron"Stamboom in 'MyHeritage')
Voorgeschiedenis...
François Goole en Pierre Severijns schrijven op 9/06/1984, in een bijdrage in Het Belang van Limburg, het volgende:
BRIERS is een familienaam die men in Limburg véélvuldig aantreft.
De naam is afgeleid van het beroep "brieder" of brouwer.
Reeds in 1414 is die familienaam in gebruik in Hasselt, als er sprake is van ene Jan Brieders. In 1431 woonde er te Kuringen een Philippus Brieders en in 1455 een Dyrick Breyders te Herkenrode. Briers-stammen vindt men nu in Hasselt, Diepenbeek. Zonhoven, Sint-Truiden, Heusden, Lummen, Stevoort, Wellen. Beverst, Alken en Herk-de-Stad.
Alhoewel het praktisch onmogelijk is dat deze familienaam op één plaats zou ontstaan zijn, toch is de bakermat van de Briers-en in de streek van of zelfs in Hasselt zelf te zoeken. Immers de familie Briers uit Lummen en Heusden stamt uit Kermt en Kuringen, deze uit Bilzen en Hoeselt komen uit Wellen en Alken en die van Herk-de-Stad zijn afkomstig van Stevoort.
Het is dan ook niet moeilijk te besluiten dat een geheel, minstens een héél groot deel van de Limburgse Briers-familie aan elkaar verwant is, al is het dan dikwijls "in het zevende knoopsgat"
Alhoewel het praktisch onmogelijk is dat deze familienaam op één plaats zou ontstaan zijn, toch is de bakermat van de Briers-en in de streek van of zelfs in Hasselt zelf te zoeken. Immers de familie Briers uit Lummen en Heusden stamt uit Kermt en Kuringen, deze uit Bilzen en Hoeselt komen uit Wellen en Alken en die van Herk-de-Stad zijn afkomstig van Stevoort.
Het is dan ook niet moeilijk te besluiten dat een geheel, minstens een héél groot deel van de Limburgse Briers-familie aan elkaar verwant is, al is het dan dikwijls "in het zevende knoopsgat"
Familiewapen BRIERS
Het gebruik van een wapenschild stamt uit de Middeleeuwen. Omdat de ridders door een harnas aan te trekken niet meer herkenbaar waren voor vriend of vijand, was het nodig een goed zichtbaar merkteken te dragen. Omdat toen de meeste mensen nog niet konden lezen, werd daarom op het wapenschild van de ridder een "eigen" familiekentekening aangebracht.
Dit gebruik werd ná de ridder-tijd door de adel overgenomen.
Ene Frans Wennen uit St.-Truiden beschrijft in 1650 het familiewapen Briers als volgt:
1) in zilver 3 zwarte kruipershamers en
2) in goud 3 rode palen, met boven de deellijn een blauwe dwarsbalk, beladen met een zilveren roos.
Uit de stamboom-BRIERS... van 3den !
Een (elders) uitgewerkte BRIERS-stamboom vangt aan met ene Gerard I Brieders, alias Briers, die op het einde van de 16de eeuw brouwer-herbergier was in 'de Keyser'. Deze afspanning in de Hasseltse Maastrichterstraat was een van de vele trefpunten voor reizende handelaars die de stad, toen al een knooppunt van drukke handelsroutes, aandeden. Die kooplui vonden in zulke afspanningen ruimtes voor het tijdelijk stapelen of voor het overslaan van hun goederen en mogelijk konden zij zelfs krediet bekomen van de waard.
De vier opeenvolgende generaties Briers, die allen de traditionele voornaam Gerard droegen, hebben deelgenomen aan deze handelsactiviteiten en konden zo een aanzienlijk fortuin vergaren. Door een consequent aangehouden huwelijkspolitiek, dwz. binnen het gegoede patriciaat, werd het familiebezit nog verder uitgebreid.
Gerard III Briers, in 1612 in Hasselt geboren als zoon van Gerard II en Maria Vos, werd in 1646 aangesteld tot bouwmeester van de stad. Samen met zijn echtgenote Maria Kips liet hij in dat jaar hun alliantiewapen aanbrengen, op een glasraam in het stadshuis of in het begijnhof.
Gerard III Briers, in 1612 in Hasselt geboren als zoon van Gerard II en Maria Vos, werd in 1646 aangesteld tot bouwmeester van de stad. Samen met zijn echtgenote Maria Kips liet hij in dat jaar hun alliantiewapen aanbrengen, op een glasraam in het stadshuis of in het begijnhof.
Vier dochters van het echtpaar Briers-Kips traden immers binnen in dat begijnhof. Katharina werd in 1703 tot 'opperste meesteresse' verkozen en behield die functie tot aan haar overlijden op 1 april 1723. Zij bestelde een gearmorieerde grafsteen voor haarzelf en voor haar drie zussen Elisabeth (+1699), Helena (+1717), en Ida Briers (+1733), alle 3 eveneens begijnen. Deze grafsteen is nog steeds te bezichtigen in het begijnhof. (Andere familieleden van Arnold werden tijdens het laatste kwart van de XVIIIde eeuw begraven in het SInt-Katharinakoor van de Hasselts Sint-Quintinuskerk.) Gerard Briers overleed zelf in 1753.
Het gezin van Briers-Kips was, benevens die 4 dochters, ook gezegend met 3 zonen.
Hun derde zoon Jan, geboren in 1654, trouwde met Maria-Francisca van Elsrack. Hun zoon Arnold, gedoopt in Hasselt op 23 juni 1692, behaalde een licentie in de rechten en in de godgeleerdheid. Reeds in 1720 werd hij benoemd tot pastoor van Noorderwijk en zijn collega's verkozen hem tot landdeken van Herentals. Arnold Briers gaf les aan het bisschoppelijk seminarie van Antwerpen, waar de bisschop hem een kanunnikenprebende in de kathedraal toebedeelde. Hij bekleedde achtereenvolgens de functies van penitentarius, aartspriester, officiaal, boekencensor en synodaal rechter. Hij overleed in Antwerpen op 4 november 1751 en werd in de kathedraal begraven onder een gearmorieerde grafzerk. Zijn nalatenschap, waaronder het familiehuis, op de hoek Raamstraat-Paardsdemerstraat, viel zijn gelijknamige Hasseltse neef te beurt. De boeken uit zijn belangrijke bibliotheek, in totaal 675 werken, werden openbaar geveild ten gunste van de armen uit de zes Antwerpse parochies.
De tweede zoon, Gerard IV, geboren in Hasselt in 1641, trouwde met Maria Goetsbloets. Hun dochter Ida-Maria was achtereenvolgens de echtgenote van Gillis Jacqmyns en van Lieven van den Dweye.
De eerste zoon Rombout, geboren in 1639, huwde met Gertrudis van Hilst, weduwe van dokter Jan Weytenswerd. Hij werd de eerste burgemeester van zijn familie, verkozen tot deze eervolle functie in de Hasseltse stadsmagistratuur in 1680.
Rombout's en Gertrudis' zoon Arnold, geboren in 1672, doorliep een voorname carrière. Voorzien van een licentiaatsdiploma in de rechten, werd hij al in 1697, op zijn 25e, aangesteld tot schepen van het Hof van Vliermaal, waar hij zijn loopbaan beëindigde als president-schepen. Uit dien hoofde zetelde hij als bijzitter in de Leenzaal van Kuringen. In 1700, 20 jaar ná zijn vader, werd ook hij verkozen tot burgemeester van Hasselt. Vanaf 1720 zetelde hij in het college van de Twaalf-mannen, een stedelijke instelling die in 1744 definitief werd afgeschaft.
Arnold was lid van het Virga-Jesse-broederschap en is een van de wereldlijke meesters die voorgesteld zijn op het groepsschilderij uit 1709. Met zijn echtgenote Maria-Ida van Manshoven schonk Arnold Briers aan de Sint-Quintinuskerk een koperen pijler waarin hun alliantiewapen gegraveerd was. In 1719 kocht hij te Schulen-Berbroek de hoeve 'Gasthuisbos', die door zijn nakomelingen in 1890 werd herbouwd tot het huidige kasteel.
Het echtpaar Briers-van Manshoven had verscheidene kinderen, waaronder Maria-Agnes, getrouwd met Niklaas-Antoon de Libotton, Maria, begijn in Hasselt, en Gerard-Hubert.
Die laatste, Gerard-Hubert, gedoopt in Hasselt op 13 september 1712, trad op 9 augustus 1740 in de echt met Anna-Maria Cox, dochter van Gaspar-Jan Cox en Maria-Catharina Drossarden, die in haar bruidschat aanzienlijke eigendommen meebracht zoals de laathoven van 'Schoppenhof', 'Swaenenhof' en 'Maelepoort', de molen van Mombeek en het huis 'de Koning van Frankrijk'. Verschillende voorwerpen in zilver of in tin, versierd met hun gekoppelde wapens, getuigen van hun toenmaligewelstand. Gerard-Hubert Briers voerde in 1770 een rechtsgeding tegen naam-genoten, die zich wederrechtelijk zijn familiewapen hadden toegeëigend. In de annalen van de heraldiek uit het prinsbisdom Luik is dit proces Briers een zeldzaam geval.
De dochters van het echtpaar Briers-Cox trouwden met zonen uit de vooraanstaande families van Henis, de Matthys, van der Straeten en Vlecken. Hun jongste zoon Gaspar-Frederik, gedoopt op 4 september 1759, werd benoemd tot kanunnik van het Sint-Pieterkapittel in Luik. De oudste zoon Gerard-Gaspar-Arnold, gedoopt op 24 april 1752, behaalde een licentie in de rechten en vestigde zich als advocaat in zijn geboortestad. Op 20 februari 1786 trouwde hij met Maria-Margareta Roelants. Hun huwelijk werd gezegend met verscheidene dochters, o.a. Maria-Christina-Sofia, echtgenote van Antoon-Winand Sigers, Maria-Ida-Rosalia, echtgenote van baron Philippe-Charles-Joseph de Cecil, en Maria-Gertrudis-Jozefien, echtgenote van Jean-Jacques-Albert van Willigen. In 1789 kocht hij van zijn nonkel Libotton, heer van Klein-Stevoort, voor 7600 gulden 'De Ketel' en 'de Leeuw', 2 huizen in de Maastrichterstraat (waar later ciné Plaza kwam). In de woelige jaren 1790-1791 werd ook hij aangesteld tot burgemeester van Hasselt. In de lijst van de 100 rijkste burgers van Hasselt, opgesteld in 1802, bekleedde Gerard Briers de vijfde plaats. De Franse bezetters benoemden hem in 1808 tot 'maire' van Schulen. Gerard Briers overleed in Hasselt op 15 augustus 1811 aan de gevolgen van een epidemie die toen in de kantons Hasselt en Herk de Stad vele slachtoffers maakte.. Zijn naam luidde voluit: Gerard-Gaspar-Arnold Briers, heer van Waanrode, Schoepenhof, Vechtmaal, Zwanenhof en Molenpoord.
Zijn zoon Henri-Gerard-Maria Briers, gedoopt in Hasselt op 2 oktober 1791, huwde op 19 februari 1835 met Catharina-Henrietta-Petronilla Palmers, die het kasteel 'de Burg' in Lummen van haar ouders erfde. Van dit echtpaar stammen de huidige naamdragers af, die bij Koninklijk Besluit van 14 juli 1930 de toelating verkregen de naam 'de Lumey' aan de hunne te voegen.
De dochters van het echtpaar Briers-Cox trouwden met zonen uit de vooraanstaande families van Henis, de Matthys, van der Straeten en Vlecken. Hun jongste zoon Gaspar-Frederik, gedoopt op 4 september 1759, werd benoemd tot kanunnik van het Sint-Pieterkapittel in Luik. De oudste zoon Gerard-Gaspar-Arnold, gedoopt op 24 april 1752, behaalde een licentie in de rechten en vestigde zich als advocaat in zijn geboortestad. Op 20 februari 1786 trouwde hij met Maria-Margareta Roelants. Hun huwelijk werd gezegend met verscheidene dochters, o.a. Maria-Christina-Sofia, echtgenote van Antoon-Winand Sigers, Maria-Ida-Rosalia, echtgenote van baron Philippe-Charles-Joseph de Cecil, en Maria-Gertrudis-Jozefien, echtgenote van Jean-Jacques-Albert van Willigen. In 1789 kocht hij van zijn nonkel Libotton, heer van Klein-Stevoort, voor 7600 gulden 'De Ketel' en 'de Leeuw', 2 huizen in de Maastrichterstraat (waar later ciné Plaza kwam). In de woelige jaren 1790-1791 werd ook hij aangesteld tot burgemeester van Hasselt. In de lijst van de 100 rijkste burgers van Hasselt, opgesteld in 1802, bekleedde Gerard Briers de vijfde plaats. De Franse bezetters benoemden hem in 1808 tot 'maire' van Schulen. Gerard Briers overleed in Hasselt op 15 augustus 1811 aan de gevolgen van een epidemie die toen in de kantons Hasselt en Herk de Stad vele slachtoffers maakte.. Zijn naam luidde voluit: Gerard-Gaspar-Arnold Briers, heer van Waanrode, Schoepenhof, Vechtmaal, Zwanenhof en Molenpoord.
Zijn zoon Henri-Gerard-Maria Briers, gedoopt in Hasselt op 2 oktober 1791, huwde op 19 februari 1835 met Catharina-Henrietta-Petronilla Palmers, die het kasteel 'de Burg' in Lummen van haar ouders erfde. Van dit echtpaar stammen de huidige naamdragers af, die bij Koninklijk Besluit van 14 juli 1930 de toelating verkregen de naam 'de Lumey' aan de hunne te voegen.
Nog te raadplegen:
Gerard, Catharina, Arnold, Edmond en de anderen.
Een genealogisch overzicht van de geschiedenis van de familie Briers, Hasselt, ca. 1550-1900,
(Limburgse Studies. Brochures, 2), Wijer, 2007.
Rombout Nijjsen, Diensthoofd Rijksarchief Hasselt.
....uit Willy's "familiale" BRIERS-album
BRIERS-album (1990)
Grootpa
Heeri Bjooz
In de herfst van 1990 publiceerde de familie BRIERS een "eigen" familiealbum, met daarin haar familiegeschiedenis via de gehele stamboom van alle Briers-en vanaf ca. 1666 ! Dat prachtige album, met de feiten én info daarin, incl. de geschiedschrijving en de stamboomdata, werden opgezocht, genoteerd en verzameld door Willy Vanstraelen, In opvolging van de publicatie ervan organiseerde mama Yvonne Briers een drukbezochte BRIERS-dag in ALVA's boerderij op 'Ter Hilst'.
Melda Briers schreef op 9/9/90 het voorwoord(gedicht).
De eerste 18 pagina's van het boek vertellen de geschiedenis over de geboortestreek van onze voorouders.Het album toont verder de stambomen van de 9 voorgaande vaders die de familie Briers tussen 1650 en 1937 bevolkten en groot maakten.
Op p.10 pronkt Henri Briers (1885-1965).
Daarna volgen 350 pagina's met de stambomen van zijn kinderen, klein- en achterklein-kinderen tot in 1990.Bijna bij elk gezin fleurde Willy met ingescande z/w foto's en, her en der, ook leuke verhalen en ongekende anekdotes het Briers-stamboom-album op !
Mooi gedaan Willy... en wij maken er dan ook dankbaar gebruik van om hieronder die eerste 9 stamvaders met hun gezin op te lijsten.
Melda Briers schreef op 9/9/90 het voorwoord(gedicht).
De eerste 18 pagina's van het boek vertellen de geschiedenis over de geboortestreek van onze voorouders.Het album toont verder de stambomen van de 9 voorgaande vaders die de familie Briers tussen 1650 en 1937 bevolkten en groot maakten.
Op p.10 pronkt Henri Briers (1885-1965).
Daarna volgen 350 pagina's met de stambomen van zijn kinderen, klein- en achterklein-kinderen tot in 1990.Bijna bij elk gezin fleurde Willy met ingescande z/w foto's en, her en der, ook leuke verhalen en ongekende anekdotes het Briers-stamboom-album op !
Mooi gedaan Willy... en wij maken er dan ook dankbaar gebruik van om hieronder die eerste 9 stamvaders met hun gezin op te lijsten.